Gebouw

Bekijk het interieur en exterieur van de Remigiuskerk op de 360°-foto’s.

De eerste bekende vermelding van de kerk stamt uit 1217. Het kan zijn dat dat een, waarschijnlijk Romaans, tufstenen zaalkerkje is geweest. In de jaren 1439-1440 werd een nieuw koor gebouwd in de bouwstijl van die tijd: de gotiek. De vijftiende eeuw was economisch redelijk gunstig en bovendien een vrij rustige tijd. Veel kerken werden vergroot of verbouwd in die tijd.
Toen het nieuwe koor klaar was, viel het oude kerkje daarbij helemaal in het niet. Al snel kwamen er giften binnen voor de bouw van een nieuwe kerk. Deze werd rond 1445 opgetrokken en kreeg de vorm van een pseudo-basiliek. Bij de vernieuwde, grote kerk hoorde ook een toren. De toren bestaat uit vier geledingen met bovenop een ingesnoerde torenspits. De twee eerste torengeledingen zijn rond 1456 gebouwd. De torenspits dateert uit 1783. Bij de Staatsregeling van 1798 werd onder andere bepaald dat de kerktorens eigendom werden van de burgerlijke gemeentes. De toren werd in 1953 echter weer teruggegeven aan de kerkvoogdij.

Restauraties

Het onderhoud van de Remigiuskerk was ook vroeger al een voortdurende bron van zorg, zo blijkt uit verslagen van Markenvergaderingen in het Markenboek van Steenderen uit 1738 en 1742. Tijdens de vergadering drongen de grondeigenaren aan op ‘zeer noodzakelijke herstelwerkzaamheden’. In 1753-1754 worden die ook daadwerkelijk uitgevoerd.

In de vijftiger en zestiger jaren van de twintigste eeuw kwamen er steeds meer gebreken aan het licht. Het kerkgebouw werd gerestaureerd van [1960?]1966-1969: uitwendig veranderde er weinig, inwendig des te meer. Het orgel werd achterin de kerk geplaatst. Het plafond werd vlak in plaats van een stenen gewelf, met aan de zijkanten een ronding naar beneden. De opstelling van banken en kansel werd veranderd. Er zijn kroonluchters opgehangen. De gietijzeren ramen zijn vervangen door houten ramen. De vloer is vernieuwd en van vloerverwarming voorzien.

Het orgel

De bouwer van het orgel, Johannes Josephus Mitterreither (1733-1800), behoort tot de belangrijke Nederlandse orgelmakers van de tweede helft van de achttiende eeuw. Afkomstig uit een bekend Oostenrijks orgelbouwersgeslacht, komt Mitterreither omstreeks 1750 vanuit Graz naar Rotterdam. Elf jaar later vertrekt hij naar Gouda. In 1769 verhuist hij naar Leiden, waar hij zich vestigt en blijft werken tot hij in 1800 overlijdt.
In zijn Leidse periode bouwde hij ook het Steenderense orgel. Omstreeks 1780 kreeg het orgel een plaats in een katholieke kerk in Alphen aan de Rijn of in Amsterdam. We weten dat het vervolgens in 1891 in de Buiten-Amstelkerk aan de Albert Cuypstraat in Amsterdam geplaatst werd, waar het tot 1968 dienst heeft gedaan.
Toen Steenderen tijdens de restauratie van de Remigiuskerk uitkeek naar een geschikte vervanging van het oude orgel, bleek de Mitterreither een uitstekend instrument. Nadat het orgel grondig was gerestaureerd, de speeltafel weer op haar oorspronkelijke plaats werd teruggebracht, een aantal ‘stemmen’ opnieuw werd toegevoegd, kreeg het veel terug van zijn oorspronkelijke uitstraling en klankkleur. In november 1971 is het officieel in gebruik genomen. Alhoewel in 1780 gebouwd, zijn er in het orgel oude windladen en pijpwerk van rond 1700 aanwezig. Het pijpwerk bestaat uit zuiver lood, waarbij de frontpijpen zijn voorzien van een laagje bladtin. De stemming van het orgel is niet ‘gelijkzwevend’, maar in ‘een oude temperatuur’ gebracht. Dat bevordert de natuurlijke klankkleur van het orgel. De kas is in een donkerrode kleur geschilderd waarbij het snijwerk met bladgoud is opgesierd.
Een organist geniet niet alleen van ‘zijn’ orgel bij de begeleiding van de gemeentezang, maar ook bij het studeren doordeweeks. Dan is het een genoegen om één te zijn met de klankkleur van het orgel. Het bijzondere aan dit Mitterreitherorgel is, dat het in wezen een bescheiden orgel is. Het heeft 24 stemmen en toch een gigantisch volume. Het is met zijn typisch Nederlandse dispositie, duidelijk afgestemd op luide gemeentezang. De akoestiek in de kerk ondersteunt en versterkt de klank van het orgel. Vooral de baarpijp, de quintadeen en de prestant 8 hebben een bijzonder mooi geluid’, aldus Pieter Haverkamp, cantor/organist van de Remigiuskerk van 1993 tot 2016.

Bronnen:
– Bertus Rietberg, Nieuwe aanwinst: De Remigiuskerk in Steenderen, in: Venster, jaargang 13, 2015, nummer 1.
– website van de Protestantse Gemeente te Steenderen en Bronkhorst: pkn-sb.nl/orgel